Je was mijn troost
in jouw armen vond ik mijn rust terug,
tegen jouw glimlach smolten mijn angsten,
van U scheiden al was het maar een uur
maakte mij schreiend overstuur
tegen U vocht ik me groot
en groeide mijn persoon.

En jij die alsmaar ouder werd...
wist ik veel van je vergankelijkheid
je was mijn alfa, wie sprak er van je omega
hoe kon ik weten dat je schaduw steeds groter werd..

Dan werd ik je troost,
dan vond jij rust toen ik je ondergestopt je nachtzoen gaf
je werd zo klein : een schaduw van wat je ooit eens was
en overschreed de weg van gisteren naar morgen...

Nu ben ik weer op zoek naar troost,
maar waar ben je om mij te troosten
wordt van schaduw een glimp van eeuwigheid
zo vind ik troost, op weg naar morgen.

Jo Verhelst

26 maart 2001