Waar was U, God,
toen ik het moeilijk had,
niet verder kon,
geen zon meer zag?

Bij nacht, bij dag
roep ik U, God,
zoek ik U tot
mij licht gewordt.

Te kort de tijd
te lang de eeuw
waarin ik vurig U verbeid
een schreeuw is mijn bestaan
om liefde, tederheid.

Maar ooit, - hoever te gaan -
en U alleen weet hoe en waar
zal ik U zien met eigen ogen.
Mateloos uw mededogen
door geen mens geëvenaard.

Geen zag mijn stil verdriet.
U toch bent bij me,
en ziet mij,
en vergeet me niet.
Adri Kortekaas