“Wat ligt ge daar in zilte mist verstoken.
Gevangen reeds van uw ontvang'nis af?
Hoort nu het Woord, in liefde lang gesproken:
“Wanneer zult gij , als vlinder losgebroken
blij fladderen dichtbij Mijn Herdersstaf?”

----     ---     ----

Daar vliegt zij heen, het kopje opgeheven.
Gedragen door de zoele Zomerwind.
Het zachte Zonlicht doet haar blijde beven,
trillende blijdschap ligt met stille smart verweven;
Vergeven is haar schuld; 
Zij werd van eeuwigheid bemind....