Ik zit buiten, stil, op een bankje apart,
want mijn denken is zo onrustig en verward.
Ik weet het Heer, een ademtocht, zo is het leven
en ik besef ook, het is door U aan mij gegeven.
Ook al gaat mijn leven nog steeds door,
ik besef meer en meer wat ik verloor.

Gezondheid, levensmoed, vreugde en kracht,
zijn verdwenen, net als de zon niet schijnt in de nacht.
Ik zou zo graag vol vreugde willen zijn,
maar het leven schuurt, het doet zo’n pijn.
Vaak denk ik, ik gooi de handdoek in de ring,
het leven leven is niet zo mijn ding.

Maar U geeft aan mij nog levensdagen,
al zijn deze veelal gevuld met vragen.
Hoe geef ik mijn leven invulling en zin,
mijn God, ik stik er naar mijn gevoel soms bijna in.
Ik schreeuw het uit naar U, grijp in, mijn Heer,
ik ben zo ontzettend moe, ik kan bijna niet meer.

Het leven hier op deze aarde is zo broos,
maar ik mag weten, straks woon ik bij U, voor eeuwig en altoos.
Geen gebrokenheid en pijn zal daar meer zijn,
het leven zal daar heerlijk zijn.
Ik mag uitzien naar die grote dag,
waarop U zegt Mijn lieve kind, kom, je mag…

Met Mij in heerlijkheid gaan leven,
voor altijd eeuwig bij Mij thuis, wat een zegen!
De schepping zucht in al haar delen, is in barensnood en wacht,
maar U zegt mijn lieve kind, hou vol,
Ik kom echt terug maar wacht,
Mijn Zoon heeft alles aan het kruis volbracht,

dus… wacht, Mijn kind, wacht rustig af.


21-09-2018
{jcomments on},