een geur van angst
stijgt uit de krant
die voor me ligt
geschokt door
interviews en foto’s
die mensen angstig maken

gebeurtenissen
van onrecht
rampen
en aanslagen
in de wereld
en dichtbij

het maakt me stil
had mij ook
kunnen overkomen
geen dag
lijkt er voorbij te gaan
zonder zwart randje

vreeslijk
hoe mensen
met elk-ander omgaan
met woorden
die als dolksteken
de ander ongenadig neersteken

of letterlijk
vanuit een troebel blikveld
een hart
gevuld met haat
en bitterheid
anderen de dood in jagen

gevangen zijn we allemaal
in eigen denken
zegt U Heer
toch strekt U liefdevol
uw handen naar ons uit
vanaf een martelpaal

U nodigt allen uit
tot leven
buiten welke gevangenis ook
waarin we opgesloten zijn
vernieuwt ons dag aan dag
naar uw beeld

U maakt mij vrij
In welke kooi gezeten
vergeeft mij als de moordenaar
die naast U hing
vraagt mij te leven
met elk-ander zoals U deed


naar Psalm 107 en Lucas 4:19