Wankel, leunend
op de vensterbank
ziet ze hem gaan
zijn pas onzeker, traag
het kistje op zijn schouder
wiegt het ritme
dat maandenlang
het hare was

de weg buigt af
langs gracht
en beukenhaag

dan sterft de stilte.

 

Dag aan dag draagt Hij ons
(Gebeurtenis in 1954 beschreven in 2010)