Lief kleinkindje,
in grijs kom je aan ’t licht,
wat heb je een mooi neusje,
het vormt al je gezicht,
je houdt je kleine handjes
al vrolijk iets omhoog,
je babyborstje licht wit op
en vormt een halve boog,
rondom je hoofd schittert een gloed
van schijnsel als een krans,
o lieve schat wat is dit mooi,
ik koester jou met glans
en kijk verlangend naar de dag
dat jij het licht mag zien,
vervuld van blijdschap dank ik God
dat ik jou al mocht zien.