Laat mij niet lijken op die boom
die groengebladerd is verweven
met voedingrijke grond, maar toch
opnieuw dit jaar geen vrucht zal geven,

laat mij niet lijken op die boom
die ondanks alle goede zorgen,
liefde en aandacht zelfs ten spijt,
geen vrucht zal dragen in de morgen,

laat mij niet lijken op die boom
die dreigt te worden afgeschreven,
het vuur te worden prijsgegeven,
als blijk van een onvruchtbaar leven,

maar als ik tóch lijk op die boom:
wil het nog eenmaal met mij wagen,
laat door uw eindeloos geduld,
mijn leven eindelijk vruchtdragen.


n.a.v.  Lucas 13 : 6 t/m 9