Schijnt de zon bij ’t ouder worden
net zo stralend als weleer?
Of verschijnt sluierbewolking
met de jaren meer en  meer?
Drijven dan zelfs donk’re wolken
steeds maar vaker af en aan?
Zie je nog de zon die opgaat,
of alleen zijn ondergaan?

Geeft de zon bij ’t ouder worden
nog de warmte van weleer?
Voelt hij nog wel zo behaaglijk
of verdwijnt dat meer en  meer?
Zit je vaker in de schaduw
omdat warmte  je  benauwt?
Voel je nog de tintelingen
of ben je daarvoor te oud?

Is de zon bij ’t ouder worden
nog belangrijk als voorheen?
Of herken je slechts het duister
ben je eenzaam en alleen?
Heeft de nacht de dag verdrongen
lijkt de toekomst donker, zwart?
Zoek dan naar de zonnestraaltjes
die nog schijnen in je hart.

Zie de zon van ’t ouder worden
die daar straalt als zuiver goud
Die zon is zo hartverwarmend
da’s de zon die van jou houdt.
Da’s de zon die in je leven
voorbereidt op nieuw bestaan
Da’s de zon van ’t nieuwe leven
die nooit meer zal ondergaan