eens sta ik met vurige fakkels
bij de regenboog van smaragd
waar de Man van jaspis en sarder
als de Mensenzoon op mij wacht

dan werp ik net als de getuigen
mijn kroon aan de voeten van Hem
voor wie elke knie zich zal buigen
die erkend wordt door iedere stem

dan hoor ik de stem van de Rechter
die vonnis zal spreken die dag
tegen alle getuigen zeggen
dat ik door de deur binnen mag

want Hij werd met smart overladen
voor al wat ik fout heb gedaan
en hult mij in witte gewaden
omdat ik bij Zijn kruis stil bleef staan