wanneer mijn schip de laatste mijl
van de levenszee bevaart
strijk ik aan dek het laatste zeil
voor zij het dok in vaart

ik richt mijn kijker op de stad
die schittert in de verte
en volg het glazen waterpad
waar God mijn koers naar zette

dan werp ik in de haven
mijn allerlaatste blik
over de wilde baren
en smoor mijn laatste snik

want op de kade wacht op mij
de Man die mij eens schiep
ik lach naar Hem en weet dat Hij
mij dit maal huiswaarts riep