Geopende handen
die opengereten zijn
zo zeer gewond
van spijkerslagen
met de pijn van alleen
onverdiend lot

opeens is Hij daar
loopt dwars door
gesloten deuren heen
 
die éne die wij
ongelovige noemen
één van een tweeling
ja die ander
dat zijn wij
 
kijkt naar die  handen
en legt de zijne
in Zijn zij
 
spreken ook wij
samen met hem  gelovig
dat eerste maar
allermooiste Credo
van alle eeuwen en
alle plaatsen uit
mijn Heer mijn God