HEIMWEE, VERLANGEN, VERVULLING, VOLTOOIING

Diep in ieder mens,
naar Zijn Evenbeeld geschapen,
ligt het heimwee naar zijn God
wakend te slapen.

In U ligt het antwoord
op al mijn vragen,
van twijfelend geloven
aan weten van eeuwig leven.

Ik zoek U in mijn diepste duister:
in het mooiste licht zult U mij vinden.
Dan zal ik ontwaken,
dan breekt het nieuwe leven aan,
dan mag ik eeuwig met U samengaan.

In U ligt mijn verlangen
in nachten en dagen,
totdat mijn laatste adem
jubelend zijn vrijheid vindt
in Uw Wezen.

Dit gedicht komt voort uit wat ik vanaf mijn min of meer bewust op aarde zijn (per ukkepuk) als heimwee naar God ervaar én aan verlangen bij Hem te zijn, Jezus in Zijn ogen te kijken en aan Zijn voeten te zitten, in gesprek met Hem zijn en vooral luisteren naar wat Hij me verduidelijkt, omdat Hij al mijn gedachten en vragen kent.

Toen ik het schreef (tussen 2000 en 2005) verwoordde ik er mijn persoonlijke gedachten bij én navolgende teksten uit Gods Woord (enkele uit de vele waarmee ik dat had kunnen doen).

Gij zult rusten en opstaan tot uw bestemming aan het einde der dagen. (Daniël 12:13)

Want onvolkomen is ons kennen en onvolkomen ons profeteren. Doch, als het volmaakte komt, zal het onvolkomene afgedaan hebben. Want nu zien wij nog door een spiegel, in raadselen, doch straks van aangezicht tot aangezicht. Nu ken ik onvolkomen, maar dan zal ik ten volle kennen, zoals ik zelf gekend ben. Zo blijven dan: Geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de meeste van deze is de liefde. (I Cor. 13:9,10,12,13)

En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde en God zelf zal bij hen zijn, en Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geklaag, noch moeite zal er meer zijn. (Openbaring 21:1,3,4)

In de bestemming, voleindig, volmaaktheid, vervulling is mijn verlangen beantwoord, de hunkering naar God verdwenen, mijn heimwee weggenomen in thuiskomst bij Hem.
Daar waar geen dood meer is, geen zonde, geen verdriet, is mijn verlangen geen factor meer. In de vervulling blijft de liefde, het verblijven met, bij, in God, Hem aanschouwen en aanbidden.

Alles wat ik nu nog denk te ontvangen in de nieuwe hemel en op de nieuwe aarde, in de nieuwe (hernieuwde?) ordening, zijn verlangens vanuit mijn aardse leven, vanuit mijn aardse denken, mijn aardse perspectief, volgens al mijn voorstellingen aan vreugde, schoonheid en pure liefde. In dit onvolmaakte ondermaanse kan iedereen toch, zoals Paulus zegt, slechts onvolmaakt bedenken hoe het volmaakte, het vervolmaakte, de vervulling zal zijn?

Bestaan in tijdloosheid: is dat eeuwigheid? Het gaat mijn pet te boven, maar ik geloof dat Gods belofte op Gods wijze wijze vervuld zal worden.{jcomments on}