Heer, U mijn licht,
U bent mijn heil,
U bent mijn kracht.
Heer, ik verwacht.

Hij is mijn licht, op Hem ben ik gericht.
Hij mijn rotssteen, op Hem kan ik bouwen.
Heer ik verlang naar het tempelgezang,
in Uw huis wil ik voor altijd wonen.
Veiligheid daar, weg van ’t gevaar.
U bent er in tegenspoed,
U, die mij als vader voedt,
troost zoals een moeder doet,
aanneemt als Uw eigen kind.
door Hem zo teer bemint.

Heer, U mijn licht,
U bent mijn heil,
U bent mijn kracht,
Heer, ik verwacht.

Hij gaat vooraan op geëffende baan,
houdt belagers op veilige afstand.
Heer, U zegt mij: ‘Sla de ogen op mij’.
Ja, dat doe ik Heer
met groot verlangen.
Blijf mij nabij, hoe het ook zij,
anders is ’t met mij gedaan,
zij die mij naar ’t leven staan,
hebben al mijn rust geroofd.
O, als ik niet had geloofd,
zou ik geheel vergaan!

Heer, U mijn Licht,
U bent mijn heil,
U bent mijn kracht.
Heer, ik verwacht.

Melodie: Opwekking 354