De korenvelden rijp en geel,
maiskolven staan fier op hun steel,
de oogsttijd komt eraan.
Fruitbomen staan gerijpt op wacht,
geduldig klaar met zware vracht,
de plukker meldt zich aan.

Het gras was heel de zomer fris,
volle schuren als erfenis,
een land vol overdaad.
De regen kwam steeds weer op tijd,
gewassen jubelden verblijd,
een zegenrijk klimaat.

Gods voetstap druipt van overvloed,
Hij zegent ons met alle goed,
met mens en dier begaan.
Is één dag danken wel genoeg,
nu d' akker zoveel vruchten droeg?
Opdat wij het verstaan!

Psalm 65:12 - Psalm 36:10

Nieuw ingezonden gedichten