Zij, die de daagse woorden  van onze taal
laten vervagen tot zwevende mist,
welke dan een burcht is, hecht en beslist,
vorsen de spraak als een strenge generaal.

Deze zoekers leven in een wonderzaal,
waarin de wereld van alles mist,
zich toch herstelt door eigenwijze list,
smullen rondom een overwinningsmaal.

Bij al hun bezonnen waarnemingen
toeven ze op een onbewoond eiland
vol plotse ongekende belevingen.

Vanaf het zuivere, eenzame strand
zenden sterke armen omhelzingen
naar het land van zacht gevoel én spits verstand.