Discipelen, door Pinkstervuur
gedoopt met vlammend, hemels vuur,
weten, terwijl zij zich verblijden,
dit vuur gaan wij verspreiden.
’t Ontstak een felle binnenbrand
van hemels vuur en liefdesijver,
om uit de grote mensenvijver
veel 'vis' te brengen op het Land.
Voor Petrus volgde de vuurdoop:
op ’t tempelplein liep ’t volk te hoop,
maar hij, verwarmd door hemels Licht,
vervulde nu vol vreugd’ zijn plicht.
De tweede vuurdoop volgde snel:
‘ze zijn vol wijn’ zo klonk het fel;
maar de Heilige Geest kwam in dat uur
met onweerstaanbaar krachtig vuur.
Het sloeg als bliksemvuur naar binnen
’t verteerde hun aardse hart en zinnen,
de spotters werden smekelingen,
die op hun knie voor Jezus gingen.
Ook in hén werd het vuur ontstoken,
hun hart werd warm, het kwaad gebroken.
Een rijke oogst van eerstelingen:
drieduizend vurige dopelingen!
Mattheüs 4:19 en 26:69-75 | Handelingen
Gezegende, en 'hartverwarmende' Pinksterdagen gewenst.
-