Ik deed vanmorgen al gelijk een foute zet
en stapte met 't verkeerde been uit bed.
Nadat ik het gordijn had weggeschoven
ging ik pas echt ondersteboven.
Mijn mond bleef van verbazing open staan.
Wat was er deze nacht verkeerd gegaan?
Ik zag daar, door de schoongewassen ruiten
mijn bloemetjes, zij stonden luid te fluiten.
De kat zat zacht te wiegen op een tak.
Hij leek daar helemaal op zijn gemak.
De maan stond fel te stralen in het blauw.
De zon zat op de tuinbank
te rillen van de kou.
Mijn buurhond liet zijn baasje uit.
De conifeer maakte een raar geluid.
De kinderen, liepen achteruit naar school,
de bakker bracht een taart van boerenkool.
De auto’s vlogen door de lucht.
Toen heb ik met een diepe zucht.
ik kon het werk’lijk  niet meer aan
heel zachtjes mijn gordijnen dicht gedaan.
Ik dacht, het kan verkeren
ik ga het over een kwartier
gewoon opnieuw proberen.