De regen tikt als een ongenode gast tegen 't raam
in huis brandt de haard, het voelt warm en aangenaam.
Ik sluit de gordijnen en laat de avond buiten staan
ondertussen steek jij geruisloos, de geurkaarsen aan.

De tijden zijn veranderd, verwachtingen zijn vervlogen
onze grote, bizzare dromen zijn de kille nacht ingezogen.
Het huis draagt de geheimen van ons huwelijk mee
tegenwoordig lijkt ons leven op een kabbelende binnenzee.

Seizoenen lang hebben we gevochten tegen 't leven
samen, maar ook alleen, werden we uitelkaar gedreven.
Vele stormen en regens hebben we glansrijk doorstaan
want onze liefdesband is nooit en nimmer verloren gegaan.

Wij zijn in de nadagen van een turbulent leven
al onze ziel en zaligheid hebben we gegeven.
In de loop van de jaren zijn onze idealen afgezwakt
en hebben ons verleden, voorgoed in de hoek gekwakt.

De toekomst hebben we op de stoel bij de haard gezet
onze doorgewinterde zielen vormen een prima duet.
Ons leven heeft veel weg van een vaas met wonderbloemen
want kleurig en geurig is ons huwelijk wel te benoemen.