Ik keek eens in ons kippenhok
en wat ik dáár zag; kind, ik schrok!
Er zat een kip zo heel alleen
in een hoekje neer gedrukt
en of je het gelooft of niet
hij was bijna kaalgeplukt.
Wat was er met die kale kip,
wie had dat nu gedaan?
Waarom was niemand bij die kip
er even voor gaan staan?
Ik heb haar toen maar opgetild
een poosje mee genomen.
Toen zij weer mooie veren had
is het toch goed gekomen.
Zij hoorde er weer helemaal bij.
Die kip was zo ontzettend blij.
De dag daarop vond ik echt waar
een ei, speciaal voor mij, van haar.

Soms gaat het ook met kinderen zo.
De één begint met plagen
en voor je ‘t weet doet ieder mee,
er wordt geschopt, geslagen.
Denk dan eens aan het kippenhok
en zeg: “dit is mijn vriend”!
Hij heeft toch niemand iets gedaan,
hij heeft dit niet verdiend!
Als jij er niet aan mee gaat doen,
het goede voorbeeld geeft.
Dan ben zelf een goede vriend
die vast veel vrienden heeft.