Ik wil altijd van je houden
als de weideboterbloem.
Vette vlekken vol van liefde
elke keer als ik je zoen.
Want een halvarine-krokus,
die geen calorieën lust,
laat een magere indruk achter
elke keer als hij je kust.
En de margarine-narcis,
zo geknutseld, zo onecht,
denkt alleen maar aan zichzelf.
Zelfs wanneer hij ‘lieverd’ zegt.
Heus, ik zie ze ook, die mooie,
maar ‘t is namaak, echt m’n lief,
opgepompte Becel-rozen,
ook al zijn ze Pro-activ.
Ja, ik weet, ik kan ook hard zijn,
want de wereld is soms kil.
Laat me daarom bij je blijven;
dat ik alles wat ik wil.
Ook al zijn we zo verschillend
en zou een ander het niet doen,
ik wil smelten van jouw liefde,
jij, mijn warme zonnebloem.