Het held’re morgenlicht
schijnt door de slierten mist
op het goud geverfde lover.
Het is herfst.

Het verkleurend bladerdak
spreekt van het naad’rend
einde van het aardse leven.
Het is herfst.

De massa’s kleingediert’
verbergt zich in ’t struweel
en wacht op nieuwe tijden.
Het is herfst.

Bij het ouder worden
siert het statig grijs
de hoofden van ons mensen.
In de herfst.

Aangebroken is de herfst.
Het einde is nabij,
bekeert u eer gij sterft.
Het is nu nog herfst.