Juli is een zomermaand, merkbaar aan talloze dingen.
Kort voordat de zon opgaat, gaan de vogels zingen.
Als je goed luistert is te horen: anders dan in mei,
partners zoeken en jongen grootbrengen voorbij,
maar hun gekwinkeleer maakt ons nét zo blij.

Warme dagen wisselen met plots koele af,
hitte én regenbuien ervaren we als een straf.
De gang van de natuur laat zich niet verstoren.
Maar goed: flora en fauna kunnen ons niet horen,
want voor mensen lijkt niets naar hún zin geboren.

Gelukkig spreken velen over fijn buiten spelen,
over vakantieplannen, te ondernemen avonturen,
over van alles waarvan men al volop heeft genoten,
over seizoensvruchten eten, oogst vergaren in schuren,
straatfeesten, weer ontmoetend bijeenkomen met zovelen.

We hoeven geen struisvogelpolitiek te bedrijven,
we hebben veel moeilijkheden onder ogen te zien,
de een meer dan een ander, íets zeker wel allemaal.
Belangrijk: mensen die luisteren naar elkaars verhaal,
wezenlijk behorend tot lief en leed samen dragen, delen.

Zonder nieuws onder de zon brengt de zomerzon
mensen eerder en makkelijker echt tot elkaar,
ondanks alles denk ik dat toch nog elk jaar.
De ervaren praktijk kan weerbarstig zijn:
werkelijk delen wil toch groot en klein?

Als je met open ogen en gevend in het leven gaat staan,
zal je merken: er dienen zich daarvoor gelegenheden aan
die je eerst niet had bedacht, ook niemand van je verwacht.
Je zal de invloed onderschatten van een voor jou klein gebaar,
maar het zal je blijheid schenken; je gaat steeds meer bedenken.

Verwonderlijk: juist dikwijls in voor jou donkere nacht,
krijg je vliegensvlug een geschenk als van engelen terug.
Als je anderen gaat versterken, dan zal je echt gaan merken
dat je je eigen sores beter aankunt, daar je dat een ander gunt.

De natuur neemt rust in de nacht, wees daar wél op bedacht:
zorg voor jezelf in je leven, opdat jij je niet leeg gaat geven.