De stilte om mij heen is oorverdovend
De eenzaamheid verplettert mij.
De noodzaak van mijn leven is verdwenen
De zin ervan was immers: jij!

De zon is toch voor mij verduisterd
De nacht is koud en kil
Mijn handen tasten in de leegte
Ons liefdeslied viel stil.

Waar zijn je handen die mij streelden
Waar zijn je ogen die mij zochten altijd weer
Jouw liefde heelde alle wonden
En nu doet elke wond zo zeer.

Ik was jouw vrouw in vele duizend nachten
Je lichaam zo vertrouwt en warm naast mij
Ik weet: je blijft nog jaren op mij wachten
Want onze liefde die gaat nooit voorbij.

Ik ga nu heel alleen door het leven
Met tranen en veel bittere pijn
Och mocht ik eens, al was het maar even
Geborgen in jouw armen zijn.