In de winter van haar leven,
de ergste warmte allengs verdwenen
Zijn de ‘herfststormen’ geluwd,
haar zonnestralen bijna uitgeschenen
 
In ’t laatste seizoen van haar bestaan,
de donkere wolken overgedreven
Het verleden groter dan het heden,
is het de hoop die altijd is gebleven
 
In de eindfase van haar aardse gang,
haar doelen ruimschoots behaald
Ze verheugt zich dat onze lieve Heer,
haar aan 't eind van dit jaargetij haalt
 
In de slotrede gesproken op ’t altaar,
komen enkele van de hier beschreven zinnen
Met als laatste woorden toegevoegd,
dat ze bij Hem 'n nieuwe lente mag beginnen