Het was Jezus' weg van donker en van licht
die Hij alleen voor ons moest lopen.
Een zware gang op God gericht,
een weg van liefde en van hopen.

Het was de weg door Hem alleen te gaan.
Wij zwaaiden enkel nog met palmen.
Wij kunnen deze diepte niet verstaan,
het koren rijpt nog in de halmen.

Het is een weg vol pijn en smart.
Wij kunnen diepten niet vermoeden,
de grootheid van het Vaderhart,
de liefde die de mensheid wil behoeden.

Het is een weg van Jezus, zo alleen.
Wij mensen voelden niet 't verdriet.
Er juichten zoveel stemmen om Hem heen,
en toch, wij wisten en we zagen niet.

Maar Heer, wij kennen nu Uw zware gang
en weten dat het einde ons tegenlacht.
In onze oren horen wij nog levenslang:
'Mijn Vader, zie de mens, het is volbracht.'