Het brood is gebroken,
de woorden gesproken:

"Neemt, eet en gedenkt"

Zijn lichaam is gebroken,
Zijn Woord heeft gesproken:

"Vader, vergeef het hun
want zij weten niet wat zij doen."

De wijn is vergoten,
de beker gaat rond.

"Drinkt allen daaruit."

Zijn bloed is vergoten,
Zijn lichaam gewond.

Leeft allen hieruit!

Volkomen verzoening,
"neemt, eet en gedenkt."

Hij gaf en vergeeft
opdat jíj leeft! 

 

Uit: "Granaatjes met een gouden slot"