Een korrel graan moet eerst vergaan
om vrucht voort te kunnen brengen
in de aarde vol van kluiten zelfbelang,
rood van bloed daarom vergoten.
Ontkiemt ondanks alles,
God zit er in,
gebruikt wat er voorhanden is:
mensen met en zonder liefde,
de sporen van bedoelingen en uitkomsten.
Hij was het graan, gaf, groeide ons voor,
gaf leven, hoop, liefde, toekomst
steeg op boven de aarde,
groeide een ladder naar de hemelschuren graan.
Waar bloeit het koren,
eindeloos wuivend in de wind van de Pinkstergeest.
Korenbloemen wij, oneindig mooi zaad,
groeiend voor Hem die is, die was, die komt.
Die is,
ons nabij.
Levend water, eeuwig licht op de aarde
zodat de korrel uitgroeit tot het graan
door Hem gezaaid ,
eens voor altijd.

Bij Zondag Laetare (verheug u), 22 maart 2015 –Johannes 12:20-33,