Wie mat de wateren met Zijn holle hand?
Was Hij het niet, de grote Koning,
Hij gaf de mens op aarde woning,
en blijft zo graag met ons verwant.

Eens, uit het niets heeft Hij geschapen:
het sterrenheir, het dierenrijk.
Voor ons werkt Hij aan ’t Vrederijk,
geen bokken daar, alleen maar schapen.

Hij roept ons op ’t Appél te komen,
want onze aarde raakt failliet.
Hij is wel blind die dit niet ziet,
uit alle volken zal men binnenstromen.

Eerst geeft die God een hemels teken,
Zijn uitverkorenen gaan ons voor.
Kom, luister met het geestelijke oor
naar Israël; wil om genade smeken.

Wat God voor ons aan plannen heeft,
dat zal Hij aan de wereld openbaren.
Wie niet gelooft. zal niet ten hemel varen,
maar hoort miljoenen zeggen: JEZUS LEEFT !
--------------------------------------------------------
(gedachte op weg naar Pasen)