Jezus,

Jij ging naar de woestijn.

Jouw Vader bouwde er
altaren van zandsteen
en liet het zand opstijgen
als wierook om Hem te eren.

De winden klagen er.
En bij de oases wordt eerbied
voor het water geleerd.

De tijd leeft er louter
in het komen en gaan
van de dag en de nacht.

En wanneer de zon verdwijnt,
bezitten lange schaduwen
het verschroeide land.

Dan kan alles op adem komen
en opent de woestijnbloem
haar kelk, uit eerbied
voor de Schepper
van hemel en aarde.