Zonnestralen verbleken,
verdwijnen achter donk're wolken.
Waar hoop haast is geweken,
en de wanhoop begint te kolken.

Verscheurd door zoveel verdriet,
afscheid nemen is nu zo dichtbij.
Het waarom begrijp ik niet,
de vraag waarom overkomt dit mij.

Maar God laat me niet alleen,
ook al zit ik met vele vragen.
Altijd is Hij om mij heen,
mijn pijn wordt ook door Hem gedragen.

Hij biedt me troost en geeft kracht,
is bij me in 't donker van de nacht.
Afscheid nemen doet zo'n pijn,
maar ooit komt er weer een samenzijn.

Want in Zijn hand geborgen,
zal Hij steeds voor je blijven zorgen.
Geen dood spoor, maar jij komt thuis,
jij mag verder in Zijn Vaderhuis.

Jouw pijn is nu echt voorbij,
mag jij je scharen aan Zijn zij.
Wacht liefde en geborgenheid,
er wonen tot in d' Eeuwigheid.