Nog nevelde de nanacht
nog waaierde de dageraad
niet uit
toen in de verte
het vertrekkend veer
de golven brak.
Het tastende geluid
waar het de stroom
mee overstak
accentueerde nog
de stilte.
Pastellen tintten
rond de oeverzoom
de boot.
 
Ik ademde de overzijde
waadde tot voorbij de
dood
 
zag ons beiden
ongescheiden
levend staan
in morgenrood.