Een afscheid bij jou, altijd tot ziens.
de volgende keer we elkaar weer zullen zien,
wanneer en op welke plaats nog onbekend.
Bij elk vertrek: ‘tot weerziens!’

Een ziekte trof je leven, terminaal.
De ontmoetingen steeds zeldzamer,
steeds korter en zwakker in kracht.
Maar bij elk vertrek: ‘tot weerziens!’

Door je groot geloof in de Hemelse Vader
keek jij verder dan de grenzen van dit leven.
Je wist dat in de Hemelse Gewesten,
wij elkaar daar weer zullen zien.

Te zwak om nog verder te leven.
Zo definitief, dit laatste afscheid met jou.
Leken de woorden zo vol hoop, helder sprak je
bij jouw laatste vertrek: tot ‘weerziens!’