Angstig kruip ik weg,
achter muren van schijn, onzichtbaar.
Weg van die gedachten, “stemmen”.
Waar moet ik heen?

Angst verstikt mijn tranen,
die niemand mag zien, onhoorbaar.
Voor iedereen verborgen.
Door duisternis omringt.

Angst zoekt een uitweg.
In pijn, dat voelbaar is.
Zo leef ik verder.
Angstig en alleen, zonder hoop.

Jaren van eenzaamheid.
Onbegrepen, op de vlucht
Achter een glazen wand.
Vol wanhoop. Onbereikbaar.

Ik herbeleef de pijn, de angst.
Het verleden, hier en nu, tastbaar.
Heer, houd mij vast, ik wankel.
Bij U ben ik veilig.

Charmaine


5 maart 2006