Gevangen in mezelf laat ik de wereld zien
een vrouw wie ik niet ben
een masker op om mee te doen
omdat ik mezelf niet ken.

Het wordt te zwaar is niet te dragen
de onbekende angst drukt als een last
ik struikel en ik val
geen masker dat nog past.

Handen tillen mij weer op
gestuurd uit Gods veilige haven
en langzaam wordt de toekomst licht
de maskers zijn begraven.

Ik leef weer door 't gaat op en neer
sterker
krachtiger
dag in dag uit
zoekend naar steeds meer.

Maar plotseling is daar het moment
geen masker opgezet
de zware onbekende last
de angst wat mij het lopen weer belet.

En weer voel ik toch die handen
ook al doet het nog zo'n pijn
help mij hemelse Vader
want ik weet niet wie ik moet zijn.