Heer, zal ik aan het Avondmaal gaan?
Zie eens wat ik U heb aangedaan
met al mijn zonden en mijn schuld.
U hebt met mij al zo lang geduld.

Heer zal ik aan het Avondmaal gaan?
Zie wat anderen mij hebben aangedaan.
Nee, ik ga liever ergens anders heen,
ik heb met de gemeente zo weinig gemeen.

Maar kind, denk aan Mijn laatste Avondmaal
hoe de stemming was onder allemaal.
Eén vol hoogmoed, de ander vol zonde en haat,
zij hadden, op Judas na, bij het Avondmaal baat.

Tot heil van zondaars stelde Ik het in,
tot nagedachtenis en gemeenschapszin.
Weiger daarom Mijn uitnodiging niet.
Je doet jezelf tekort en Mij verdriet.