De Meester, aan de dis gelegen,
voordat Judas hem verried,
zo tot offeren genegen,
ontliep de straf voor ’t mensdom niet.

Aan ’t Paasmaal spreekt Hij tot Zijn vrinden:
Mijn tijd is nu nabij gekomen,
Mijn leven leg ik spoedig af.
De laatste les nu waargenomen:

Neem dit gebroken brood en denk
aan wat nu staat te gebeuren;
dat ik ieder vrijheid schenk
die door geloof dit goed mag keuren.

Neem ook de wijn en denk aan ’t bloed
dat Ik vrijwillig voor u zal geven.
Geloof het eeuwig zalig goed
dat op u wacht aan ’t eind van ’t leven.

Komt laat ons nu de lofzang zingen.
Elkaar vertroosten met een lied,
tot eer van Hem die alle dingen
tot ons heil geschieden liet.