Wat was het, als ik Haar zag gaan?
Ik overdenk, wat Zij heeft gedaan.
Kennis van Haar daden, Haar woorden,
was dit hetgeen mijn hart bekoorde?

Kan een kind, zo jong van jaren,
de ziel van anderen wel bewaren?
Kon Zij tonen wie Zij was en is? en
wegnemen elke droefenis.

Deze vragen, die Zij in zich sloot,
onthulde zich pas na Haar dood.
De leegte, die dit met zich bracht,
verdween zodra ik aan Haar dacht.

Zij raakte mij, onderwees mijn ziel,
dit kind zo lief, zo wijs, zo fragiel.
Een kinderziel die ik prijs en prees,
die Mededogen onderwees. Latifa!

Zij, die mijn hart, mijn hoofd zo minde;
Zij, die mij, mijn weg liet vinden;
Zij, die mijn gevoel ontsloot,
is in mijn hart, Zij is niet dood.

Zoals Zij was, zo wil ik leven.
Mij elke dag opnieuw weer geven.
Stil, aandachtig, wijs van dagen,
zal ik leed en pijn verdragen.

Zal ik, zoals Zij was en is,
wegnemen alle droefenis.
Zij leidde mij naar nieuw geloven,
Haar licht in mij zal nimmer doven.

Zij, een ontwaakte ziel, Het Al,
wat eeuwig is, en wezen zal.
Wil Breuker
december 2007