Mijn Jacobsladder

 
Zolang het met mij goed gaat
Schijnt alles mooi en goed
De wereld smaakt heel zoet
Soms lijkt het of de tijd dan stil staat
 
De lucht kleurt helder blauw
Met mooie klare klanken
Kan ik dan ’s avonds danken
En ik toon God mijn trouw
 
Maar er zijn ook van die dagen
Dan klaag ik steen en been
Je moet me dan niets te vragen
Het is heel donker om mij heen
 
Zoals ik dan ineens verander
Somber en totaal van slag
vervelend is dan mijn gedrag
Ik ben verloren voor een ander
 
God lijkt dan heel ver te zoeken
Ik vind hem niet, wat ik ook doe
Zijn  woorden doen er dan niet toe
Weg met de bijbel, liederenboeken
 
Maar dan … breekt ineens het licht weer door
En is het God, die mij weer vindt
Ik ben nog steeds zijn eigen kind
Ik hoor het zingend engelenkoor
 
Zo gaat het op en neer met mij
De ladder van geloven
De engelen en God aan mijn zij
helpen mij steeds naar boven
 
Ik klim omhoog en val omlaag
Engelen bewaken al mijn gangen
God luistert ook naar mijn geklaag
Uiteindelijk winnen de gezangen.
 
Ik ben er weer voor man en kind
Ik zing weer blij en welgezind
Om met die mooie klanken
God ’s avonds te bedanken.