De aarde voelt zich machteloos.
Ze trilt en schudt in al het leven.
Wat voelt de ,mens zich krachteloos
als al de diepten om ons beven.
't Is of ze al haar macht vertoont 
in opstand tegen al wie er op leven.
Met al haar kracht die in haar woont
daar rekenschap aan ons wil geven.

Ons is gezegd te bouwen en bewaren,
met zorg in mensenhanden neergelegd.
Vergeten wij de aard' te koesteren, te sparen
aan ons in de beginne al gezegd?
Hebben wij de grenzen overschreden
en spelen andere belangen door.
Denken we enkel maar aan het heden
Gaat geld en goed verdienen voor?

O God laat bij de mens weer binnenkomen
dat leven bouwen en bewaren is.
En dat Uw glans die plaats zal overstromen
als baken in onze geschiedenis.
Die ons beschijnt tot in Uw eeuwig huis,
Daar zijn geen rampen, droeve dagen,
want u geeft eens aan ons een stabiel thuis
dat ons in eeuwigheid zal dragen.