Aan een struik vol doornen,
tussen 't weelderig groen,
hangen de zoete vruchten,
waar wij ons tegoed aan doen.

Vruchten, die doen vergeten,
de striemen en de pijn,
als we er van eten
en de doornen vergeten zijn.

Heer, dat ook U mag plukken,
de vruchten van mijn ziel,
tussen de doornen van mijn zonden,
elke keer als ik U afviel.