Als ik in mijn laatste jaren
peinzend de balans opmaak,
wat zou dan het meest van waarde
blijken en wat slechts bijzaak?

Zou er spijt zijn, dat ik mensen
stiekem niet vergeven kon?
Had ik soms te weinig oog voor
hen zonder míjn Levensbron?

Zou ik het belangrijk vinden
dat mijn huis steeds blinkend was?
En ik, hoewel oud, nog altijd
in maat achtendertig pas?

Dat de auto elke vier jaar
nieuw was, met Mercedes-ster?
En ik woonde in een villa
met het chicste meubilair?

Wat er echt toe doet op aarde
zijn de mensen om mij heen,
die er altijd voor mij waren;
warmte in het algemeen.

Maar nog boven die ervaring
staat de liefde van de Heer
en het groeiende verlangen
Hem te geven alle eer.