Het zwartboek van het kwade is gesloten,
Sinds het bloed van Jezus werd vergoten.
Het heelt de wonden der gebrokenheid,
Geeft de zondaar Gods identiteit.
 
Nooit meer tasten in het duister.
Ontdaan van juk en klemmend' kluister,
Onderweg, op 't heilig doel gericht,
Langs het smalle pad, met Jezus' licht.
 
Zonder dwalen, struikelen of vallen.
Vergezeld van al die duizendtallen,
Die door Hem zijn uitverkoren,
En als hemelingen zijn herboren.
 
Weg van al het aardse ongeneugt,
Tredend in de eeuw'ge zaal'genvreugd,
Gaande door de hemelpoort
Naar 't volmaakte vredesoord.
 
Zo'n nodiging laat je niet lopen.
Zulk een genade kan men niet kopen.
Die wordt ons nu alsnog geschonken.
Zijn roep heeft eeuwen reeds geklonken.
 
Bedenk, voor het te laat is,
Gods geschenk is groots en gratis.
Hem, die zijn ziel in Zijn handen legt,
Heeft Hij eeuwig leven toegezegd.