Lakens op het linnenrek,
witgoed op de bleek,
zinken emmers, regenbak,
lege maag, de trek.

De deur die altijd los is
is vandaag op slot,
briefje om de sleutel
op de bekende plek.

‘k Ben even om een boodschap,
zet jij het eten op?
De keuken zonder moeder,
het voelt opeens zo gek.

Gehaaste stappen door de straat,
de voordeur, kapstok, loper,
de keukendeur vliegt open,
haar stem is opgewekt.

Kon ze hier nog maar even zijn,
ons haar verhaal vertellen,
wanneer Zijn tafel is gedekt
is zij in ons gesprek.