Een enkel woord was al genoeg
voor het scheiden van dag en nacht.
Maar hoe vaak heeft ook 's morgens niet
het duister alle macht?
 
Een enkel woord was al genoeg
voor het maken van wolk en dauw.
Maar mensenharten zijn zo droog
en liefde vaak zo lauw.
 
Een enkel woord was al genoeg
voor het scheiden van zee en land.
Maar velen gingen er op uit
en zijn daarna gestrand.
 
Een enkel woord was al genoeg
voor het stralen van zon en maan.
Maar het is nooit meer zo licht geweest
als bij de aanvang van het bestaan.
 
Een enkel woord was al genoeg
voor het vullen van lucht en zee.
Maar nijd en afgunst vullen ons hart.
We zijn niet snel tevree.
 
Een enkel woord was al genoeg
voor het scheppen van mens en dier.
Vele boeken schreven we vol
geknetter en getier.
 
Een enkel woord was al genoeg
en mensen kozen voor het kwaad
en hoeveel woorden zijn sindsdien
niet vol van gif en haat?
 
Een enkel woord was al genoeg
voor het vormen van Uw wil.
Het is daarom dat ik U vraag:
“Hoe lang blijft U nog stil?”