Graan en druiven (sonnet)



Als ik je niet met voeten stamp en plet
tot in de perskuip barst je gladde huid
en 't sappig vlees uit buiken opentuit
dan wordt je nooit in wijnsap omgezet.


Als ik je korrels in de molentred
niet ongenadig maal tot meel waaruit
de bakker brood en koeken bakt dan sluit
je leven uit en sterf je onverlet.


Je moet geperst, m'n kind, gestampt tot wijn,
geplukt, vermalen en tot bloem gezeefd.
Je mag niet eeuwig graan en druiven zijn.


Ontledigd van jezelf, genoeg geleefd !
Ik maai je schoonheid weg en in die pijn
wordt jij herboren tot wat vreugde geeft.

© L. Steenberghs 


28 mei 2006