Als in de ochtendschemer in het licht
de dag begint, ’k mijn ogen open,
dan waakt voor mij ’t genadig aangezicht
van God, die mij op heil leert hopen.

Hij geeft ons liefde, vreed’ en recht
en laat zich als in vroeger tijden
zien als de God die tot ons zegt:
Ik wil je aan Mijn handen leiden.

Wanneer ’k mij in het duister waan,
geen lichtglans zie bij mensen
dan voel ik mij verlaten staan,
maar God is meer dan onze wensen;

Hij geeft zichzelf, en bij het kruis
van Jezus roept Hij mij: Kom eeuwig thuis.