De bel rinkelt, hij loopt naar de deur,
buiten staat een schamel geklede man,
bedeesd vragend, met een hese stem,
of ie ook een kleinigheid eten kan.

Iemand bij te staan doet altijd goed,
geeft zijn gast dus fatsoenlijk te eten,
die geniet met een dankbare blik,
doch... een blik om niet snel te vergeten.

's Nachts in een droom verschijnt een engel,
die fluistert zachtjes: "U bent een goed mens,
heden gaf u mij ruim te eten,
stilde mijn honger op mijn eerste wens!"
Hubke