Adam proefde -
het sap van de ongehoorzaamheid
liep in straaltjes van zijn kin
lekker naar zijn zin
hij veegde de zonde
van zijn mond
en boerde.

De slang stak
in een poging tot eerlijkheid
haar listig vel tussen de spleten
van haar slecht geweten
dan gehuld in een kleedje
van onschuld gleed ze
van de tak.

God's stap
in de tuin van wroeging en spijt
naderde, krakend in 't grint
zoekend naar zijn kind
toen Zijn oog viel op een vijgenblad
dat iemand laten vallen had
- betrapt.

Een engel joeg
de mens uit God's tegenwoordigheid
met een zwaaiend vuur
tot later uur
wanneer de Zoon zijn leven
als een offer zou geven
voor jou

© L. Steenberghs


23 september 2005