Ik draag elke dag een hoofddoek
en ik vraag aan u: ‘So what?
Durft u werk’lijk te beweren:
‘Dan ben jij geen kind van God.’
 
Ik bid elke dag tot Allah
en daarbij voel ik me goed.
Want zo ben ik door mijn ouders
heel gelovig opgevoed.
 
‘k Draag mijn hoofddoekje vrijwillig
echt het is mijn eigen keus.
Ik word nergens toe gedwongen
‘k ben volwaardig vrouw, ja heus.
 
Nee, ik word niet uitgehuw’lijkt
‘k heb gewoon een lieve vriend,
die een hele goede baan heeft
waarmee hij de kost verdient.
 
Ik heb Hollandse vriendinnen,
die belijdend Christen zijn.
Ja, we hebben vaak discussies,
maar we maken ook veel gein.
 
Ik heb and’re rituelen,
maar wat ik ook heb ontdekt;
dat we iets moois samen delen,
naam’lijk wederzijds respect.
 
Ik draag elke dag een hoofddoek
en ik vraag aan u: ‘So what?
want ik durf u te beweren:
‘Ik ben ook een kind van God.’